Archieven

Dit bericht is 808 keer gelezen

weidevogelsKRIMPENERWAARD – De natuurmaatregelen die het Zuid-Hollands Landschap heeft genomen in polders De Nesse en Berkenwoude om de weidevogels te beschermen, hebben z’n uitwerking. Dat stelt ecoloog Jan van Winden. “Maar we zijn er nog lang niet”, waarschuwt hij meteen.

Van Winden deed de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar het effect van de diverse maatregelen om de gebieden de Krimpenerwaard ‘weidevogelproof’ te maken. “Dat is nog niet zo makkelijk”, legt hij uit. “Elke weidevogel heeft zo zijn eigen wensen. Neem alleen al het voedsel. Volwassen vogels eten graag regenwormen, terwijl pullen insecten belangrijk vinden. Grutto’s broeden in een dichte graspol, kieviten en scholeksters op de kale grond.”

Op nat grasland voelen weidevogels zich het beste thuis. Speciaal daarvoor reguleert Het Zuid-Hollands Landschap bijvoorbeeld het waterpeil in haar gebieden. Hierdoor ontstaat er een combinatie tussen natte plekken en droge plekken vol met bloeiende planten. Daarnaast worden oevers vlakker en natuurlijker gemaakt.

Maatregelen hebben nut
Alle maatregelen hebben nut, geeft Van Winden aan: “De vogels profiteren zeker. Zo zijn er nu nog steeds overal (oudere) kuikens van grutto’s, tureluurs, scholeksters en kieviten te zien. De kans dat die het redden is groot. Veel groter dan vóór de polders op de schop werden genomen. Ook de lepelaar, fuut en purperreiger doen het beter.”

Regiohoofd Veenweiden Ninouk Vermeer van Het Zuid-Hollands Landschap is blij dat het de goede kant op gaat in haar regio voor de weidevogels, maar beseft ook dat er nog veel werk verricht moet worden. “We zijn er inderdaad nog lang niet, zoals Jan van Winden terecht aangeeft.”

Dit bericht is 808 keer gelezen

Deel dit:

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Meest gelezen
  • No results available
Meld je aan voor onze nieuwsbrief